De maatschappelijke antenne van de Oranjes *
‘De koning is beschadigd door zijn afgebroken herfstvakantie naar Griekenland. Hij heeft laten zien geen goed afgestelde maatschappelijke antenne te hebben en premier Rutte lijkt weinig grip te hebben op de koning.’ Aldus de vaste koningshuis-commentator van de NOS. Ook De Telegraaf reageerde weinig mild: ‘Kras op de kroon’. Vier grote kranten reageerden maandag 19 oktober 2020 in hoofdcommentaren zeer negatief op de afgebroken privé-reis, ondernomen met het regeringstoestel, naar de Griekse vakantievilla. Minister-president Mark Rutte had op dat moment via een pittige brief aan de Tweede Kamer al de politieke verantwoordelijkheid op zich genomen voor het koninklijk fiasco. Koning Willem-Alexander zag zich vervolgens op 21 oktober 2020 gedwongen om zich via een video-boodschap tot de Nederlandse bevolking te richten. Stijf op de bank gezeten zei hij onder meer: ‘Het doet pijn uw vertrouwen in ons beschaamd te hebben.’ De koning werd gefaciliteerd door de Rijksvoorlichtingsdienst. Hier is dus waarschijnlijk de hand van de minister-president zichtbaar. Rutte wilde waarschijnlijk graag de politieke aandacht weer gericht hebben op de bestrijding van het Corona-virus met al zijn maatschappelijke, economische en politieke implicaties. Graag afleiding van de ‘Griekse tragedie’ omdat er belangrijker zaken zijn dan de privé-genoegens van de koning op kosten van de Nederlandse staat. Zeker nadat een begrotingsdebat over het ‘Huis van de Koning’ een paar weken eerder al bepaald grimmig was verlopen.
Heeft koning Willem-Alexander ooit een goede maatschappelijke antenne gehad? Hebben zijn voorgangers die ooit gehad? Doorgaans wordt verwezen naar het uitstekende public relations beleid van de Oranjes. Koningin-regentes Emma wordt daarbij een sleutelrol toegedicht. Via systematische bezoeken aan de Nederlandse provincies zou zij het draagvlak voor de monarchale regeringsvorm vergroot hebben. Dit is echter een verzinsel van historici zonder feitelijke grondslag. Koningin Emma heeft als regentes niet eens alle Nederlandse provincies bezocht via een speciaal programma waarvoor een draaiboek moest worden opgesteld. De Provinciale Staten van Gelderland hebben een bezoek van koningin-regentes Emma en haar minderjarige dochter Wilhelmina moeten afdwingen omdat zij zich genegeerd voelden. De defensieve toon in de gevoerde correspondentie tussen regentes en andere provinciebestuurders verraadt ook dat provinciebesturen een beetje in hun maag zaten met de komst van de twee koninginnen. Zie daarvoor verder het boek van Irène Diependaal uit 2013: Emma – Hoedster van Wilhelmina’s erfenis.
Koningin Emma heeft een grote bijdrage geleverd aan de transformatie van de Nederlandse monarchie op een cruciaal moment. Maar, zij was geen ‘public relations koningin’. De regentes had een maatschappelijke betrokkenheid, maar was daarmee nog geen regentes die pro-actief handelde met een ‘goed afgestemde maatschappelijke antenne’ om daarmee het draagvlak van de Oranje-monarchie te vergroten. Liefdadigheid: daaraan deden haar voorgangers al. Internationaal was het al gebruikelijk vóór de Franse Revolutie dat koninklijke personen ziekenhuizen bezochten. Koningin Emma deed wat gebruikelijk was: een beleefdheidsbezoek afbrengen en vervolgens een gulle financiële gift achterlaten. Feit is alleen dat Emma zuiniger was dan haar directe voorganger, koningin-echtgenote Sophie. Hun echtgenoot, koning Willem III (1849-1890), eiste zelfs een grotere bijdrage uit de staatskas om de koninklijke weldadigheidspolitiek te financieren. Hij kreeg het niet van zijn kritische ministers.
Koningin Emma had privaat een groot hart, maar weinig geld als regentes omdat zij op de vingers werd gekeken door een staatscommissie van politici en bestuurlijke ambtsdragers. Die commissie lette goed op de wijze waarop de staatsuitkering van de Kroon werd besteed. Een getergde koningin-regentes Emma moest via haar particulier secretaris, S.M.S. de Ranitz, een noodkreet doen: het leek erop dat zij ervan beschuldigd werd dat het private vermogen van haar minderjarige dochter Wilhelmina bij haar niet in goede handen was. Het was een staatstoezicht dat eenmalig was omdat er sprake was van een regentschap. Bijkomend voordeel was dat één keer tijdens het tweehonderdjarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden gekeken werd of de uitgekeerde staatsgelden ook werkelijk het algemeen belang dienden. In de periode van het regentschap (1890-1898) waren het ook in meer algemene zin de politieke en bestuurlijke ambtsdragers die een goed ontwikkelde maatschappelijke antenne bezaten. Zij konden daardoor koningin Emma als regentes ondersteunen in een politiek instabiele periode van heftige nationale en internationale spanningen.
Dergelijke vragen liggen inmiddels weer tafel gelet op de commentaren die loskwamen bij het afgebroken reisje van de koning en zijn gezinsleden.
* Niets van deze website, teksten of afbeeldingen, mogen worden verveelvoudigd, op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Irène Diependaal.